COV&R conferentie 2021 wordt digitaal evenement

Vorig jaar moest de COV&R-conferentie wegens de pandemie worden afgeblazen. Nu, nu de pandemie een jaar later nog steeds heerst, zal de conferentie plaatsvinden in de vorm van een digitaal evenement. Hoewel COV&R 2021 bijzonder zal verschillen van wat de organisatoren van de Purdue University in Indiana – Sandor Goodhart en Thomas Ryba – begin 2020 voor ogen stond, gaat het in principe wel om dezelfde conferentie: Desiring Machines: Robots, Mimesis, and Violence in the Age of AI.

Voor meer informatie over de inhoud van de conferentie verwijs ik naar de website van de COV&R. Inmiddels zijn ook de ‘plenary speakers’ bekend: Jean-Pierre Dupuy, Lefteri H. Tsoukaias, Duncan Morrow, Arkadi Plotnitsky, Paul Dumouchel, Johann Rossouw, Scott Cowdell, Wolfgang Palaver, Pablo Bandera en Eric Gans.

Kringleden die lid zijn van de COV&R hebben inmiddels al diverse aankondigingen in hun mailbox gehad, en zullen ook het dringende verzoek hebben gelezen zich vóór 1 juni aan te melden. Momenteel, zijn er nog niet genoeg aanmeldingen binnen om gebruik te kunnen maken van de faciliteiten van de Purdue Universiteit. Laat iedereen die overweegt deze COV&R te bezoeken zich snel inschrijven, en dat scheelt bovendien nog $ 25,= dollar in het toegangsgeld!

De organisatoren zijn zich er zeer van bewust dat een digitale COV&R een geheel ander soort gebeurtenis zal worden dan de ‘fysieke’ COV&R’s zoals we die uit het verleden kennen. Met name wat betreft het informele gedeelte – van gesprekken in de wandelgangen tot en met koffiepauzes, borrels en etentjes – is het onvermijdelijk dat de COV&R niet in de behoefte zal kunnen voorzien. Niettemin beloven de organisatoren alles uit de kast te halen om ook het informele gedeelte zo goed mogelijk te faciliteren.

Daarnaast bestaat voor groepen geïnteresseerden, die geografisch in een klein gebied wonen (iets wat voor de bezoekers van de Girard Studiekring zeker opgaat) altijd de mogelijkheid zelf iets op touw te zetten, waardoor de COV&R toch iets anders en rijkers kan worden dan vier dagen in je eentje naar een beeldscherm zitten kijken. Binnen de Girardkring zijn daar al gedachten over gaan circuleren.

Onvergetelijk zal COV&R 2021 zeker worden, maar laten we hopen dat het digitale evenement zich enigszins zal kunnen meten met de ‘echte’ COV&R’s waar zoveel kringleden goed herinneringen aan hebben.

The COV&R Bulletin over de verdere verbreiding van goede mimese

“Graag zie ik hoe de mimetische theorie succes heeft in de universiteiten, maar ook wil ik ze graag naar buiten zien breken om een publieke stem te krijgen. Ze heeft iets buitengewoon belangrijks bij te dragen aan de maatschappij in het licht van de crises waarmee we te maken hebben.” Dit zijn de woorden van Susan Wright die Martha Reinecke in COV&R-bulletin (no 67, maart 2021) aanhaalt in haar brief van de voorzitter. Er waait een andere wind door de mimetische gelederen, zoals we in november vorig jaar ook al hebben kunnen ervaren bij digitale Launch Party met medewerking van de Raven Foundation.

De mimetische theorie is méér dan alleen maar een stukje wetenschap. Ze heeft veel te bieden in het maatschappelijk debat, aan mensen die werken in de sociale sector, aan organisaties die proberen de dialoog te herstellen in een verscheurde wereld. Reinecke beschrijft hoe de COV&R wil samenwerken met T&P, Theology and Peace, en in de toekomst mogelijk met andere partnerorganisaties.

Wat al heel lang speelt binnen de gemeenschap van Girardianen, wat steeds weer naar boven komt is de vraag naar positieve mimese. Expliciet komt deze vraag naar voren in het voorwoord van de Bulletin-redacteur Curtis Guenler. Hoe kunnen we onze mimetische beheptheid omzetten van een geobsedeerdheid door rivalen in een geïnspireerdheid door voorbeeldfiguren? Hoe kunnen we ontsnappen aan de circuits van slechte mimese en het geweld waar ze toe leiden?

Een sprekend voorbeeld van goede mimese vinden we in het bekende verhaal van de overspelige vrouw uit Johannes 8. In plaats van zich over te geven aan de besmettingskrachten van een publieke executie, gaan de mensen na Jezus’ interventie, een beetje morrend wellicht, gewoon naar huis. Girard zelf heeft uitgelegd dat ook het afzien van geweld in dit verhaal mimetisch is, ‘besmettelijk’ is, maar we herkennen er niet meer een epidemie in. Misschien is goede mimese iets waar we nog maar weinig woorden en metaforen voor hebben. Dit verhaal uit Johannes is ook het verhaal waarmee Jeremiah Alberg zijn mooie preek ‘Liefde in tijden van corona’ eindigt. Epidemieën worden in totaal 116 keer genoemd in de Bijbel, maar in het Nieuwe Testament alleen in de apocalyps van Johannes. Rondom Jezus speelt zich iets anders af.

Zoals altijd zijn er weer de boekbesprekingen. Martha Reineke markeert Wolfgang Palavers Transforming the Sacred into Saintliness – het staat op het programma van de Studiekring – als een belangrijke bijdrage in het vinden van nieuwe denkwegen in het theoretische erfgoed van Girard. Palaver, zelf actief in de wereld van de interreligieuze dialoog, bespreekt het verschil tussen ‘heilig’ en ‘sacraal’ niet als iets wat eigen zou zijn aan het Christendom maar op een manier waarop elke religie zich ervoor kan openen. Volgens Reineke biedt het boek ook een goede en nieuwe visie op Girards laatste boek Battling to the End.

Woody Belangia laat zijn licht schijnen over Anthony W. Bartlett Seven Stories: How to Study and Teach the Nonviolent Bible. In de Verenigde Staten is het lezen van de Bijbel als een belangrijke inspiratiebron voor geweldloosheid een heet hangijzer. Ook de Raven Foundation is op dit moment bijzonder actief in het weerstreven van bepaalde Bijbel-lees-tradities, tradities waarin onophoudelijk pogingen worden gedaan God, de Amerikaanse droom en het eigen gelijk aan elkaar te smeden.

Andrew McKenna bespreekt het interviewboek Psychopolitics van Jean-Michel Oughourlian en Trevor Cribben Merrill. Volgens McKenna is dit boek, verschenen in 2012, nog steeds alleszins actueel. Naties gedragen zich als mensen, zegt Oughourlian, en in die zin zijn psychologische inzichten ook op naties van toepassing. Mensen zijn in staat tot geweldescalaties, maar ook tot metanoia, vergeving en verzoening. Hetzelfde gaat op voor hele naties of voor politieke partijen.

 

 

De Girardkring in 2020

In 2020 werd op 27 maart de eerste bijeenkomst gehouden in de vorm van een zoomsessie. Oorspronkelijk was een voordracht gepland van Per Grande, professor filosofie aan de universiteit van Bergen in Noorwegen. Op die vrijdag en in het weekend daarna zou hij in Amsterdam zijn. Er waren mailtjes rondgegaan over geschikte hotels, een restaurant waar we met de belangstellenden na de bijeenkomst zouden kunnen gaan eten. Hoewel de eerste afzeggingen binnen begonnen te druppelen besloten we aanvankelijk de sessie gewoon door te laten gaan.

Feesten was eind februari, begin maart nog heel normaal. Er kon in die dagen nog volop gehost worden – na een voetbalwedstrijd in Bergamo, bij een après-ski in Ischgl, op het carnaval in Tilburg. Maar opeens ging alles heel snel en ging de wereld op slot. Uit Tilburg kwam, precies op 27 maart, in de avond na de eerste zoombijeenkomst, een appje van een kringlid binnen met maar vijf woorden – ‘Lig in ziekenhuis. Waarsch corona.’ Hij zou er nog bijna vier weken liggen, waarvan twaalf dagen op intensive care.

Op de eerste zoomsessie hebben we gezamenlijk besloten de frekwentie van de bijeenkomsten op te schroeven van eens per twee maanden naar eens in de veertien dagen. De eerste weken waren bijzonder intensief. Iedereen was nog aan het tasten over wat corona, inmiddels onmiskenbaar uitgegroeid tot een ‘pandemie’, voor onze wereld zou kunnen betekenen. Besmettelijkheid is een belangrijk thema in de mimetische theorie en een van de teksten die we hebben bestudeerd en besproken is ‘De pest in de literatuur en de mythe’ van René Girard zelf. Andere boeken die werden besproken in 2020 waren Heerschappij van Tom Holland, Living with Robots van Paul Dumouchel en de roman Hanesteen van Michael Elias.

Een online sessie kan een fysieke bijeenkomst niet vervangen. Deze ervaring zullen veel mensen in 2020 hebben opgedaan. Toch hebben we ook in de studiekring de voordelen van digitale sessies leren kennen. Een kringlid uit België die maar zelden in de gelegenheid was naar Amsterdam te komen was nu vaak van de partij. In het najaar, toen een ander kringlid terugging naar zijn woonplaats Nairobi, kon hij gewoon aan de kringbijeenkomsten blijven deelnemen.

Ook de tweejaarlijkse Girardlezing heeft in 2020 dankzij de electronica doorgang kunnen vinden. Op 10 december gaf Marcel Poorthuis een lezing over de kort tevoren overleden Londense rabbijn Jonathan Sacks. Het was een samenwerkingsverband met uitgeverij Skandalon, waar twee boeken van Sacks waren verschenen. Graag hadden we het publiek dat deze lezing heeft bezocht – meer dan 100 mensen – in een zaal bij elkaar zien zitten.

In 2020 zijn ons ook twee kringleden ontvallen: Herman Wiersinga en Sonja Pos. Beiden waren de laatste jaren niet meer bij de bijeenkomsten aanwezig. Herman Wiersinga, actief lid geworden in de jaren negentig, heeft zich een aantal jaar geleden teruggetrokken. Hij overleed op 20 september op 93-jarige leeftijd. Sonja Pos had nog graag de Girardkring bezocht, maar haar ziekte verhinderde dat. Sonja was 84 jaar oud toen ze op 11 november overleed. Herman Wiersinga was bekend als theoloog en Sonja Pos bewoog zich in de literatuur. Velen zullen zich Sonja’s promotie op het werk van Willem Frederik Hermans herinneren. Van Sonja en Herman verschenen in de media korte necrologieën.

De bijeenkomst met Per Grande die we op 27 maart hebben moeten afgelasten heeft uiteindelijk plaatsgevonden op 29 januari 2021. De mogelijkheid om vanuit Noorwegen naar Amsterdam te komen, het organiseren van een borrel na een goede intellectuele uitwisseling, het lijkt in dit voorjaar allemaal verder weg dan ooit. Eind januari werd voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog een avondklok is ingesteld. Het zal zeker nog een hele tijd duren voor de VU weer voor de Girardkring zal opengaan. Tot die tijd zullen we blijven zoomen en elkaar alleen zien in kleine hokjes op een computerscherm. Het is niet anders, maar toch, hoe had de kring 2020 moeten doorstaan zonder computers?

 

Eerbetoon aan Jonathan Sacks in vierde Girardlezing

- verslag van de Girardlezing van Marcel Poorthuis op 10 december 2020 -

 

 

Op 10 december 2020 werd voor ruim 160 bezoekers de vierde Girardlezing gehouden. Het evenement vond plaats in de vorm van een digitale sessie. Hierin ging de nodige aandacht uit naar de sterk verbeterde verhoudingen tussen joden en christenen in de laatste decennia. Dit sprak niet alleen uit de lezing zelf, die gegeven werd door Marcel Poorthuis, hoogleraar interreligieuze dialoog aan de universiteit van Tilburg. Ook in de bijdragen van de respondenten, de rabbijn Menno ten Brink en kringlid Michael Elias, christelijk georiënteerd maar met een grote belangstelling voor hebraïca, kwam dit duidelijk naar voren.

De complexiteit van het onderscheid tussen ‘joden’ en ‘christenen’, zoals dat in de eerste eeuwen van onze jaartelling is ontstaan, staat in onze tijd onder grote aandacht van filosofen en theologen. Men heeft er lang over gedaan om helder in beeld te krijgen dat over Jezus, maar ook over Paulus, gedacht moet worden als mensen die jood waren, als mensen die zich binnen de joodse traditie bewogen. De wijze waarop vroege christenen naar het jodendom hebben gekeken, werd door Menno ten Brink beschreven als de wijze waarop een puberzoon zich tegen zijn moeder af kan zetten. Het is een kwalificatie die minder zwaar op de maag ligt dan vele anderen over hetzelfde onderwerp, een kwalificatie ook, die de nauwe banden tussen beide religies accentueert.

In de religieuze historiografie van René Girard is de belangrijkste tegenstelling die tussen het joods-christelijke onthullings-traject van de zondebok aan de ene kant en de archaïsche religies aan de andere kant. Maar het christendom vormt bij hem nog altijd een culminatiepunt van een manier van religieus denken die al vanaf de eerste bladzijden van het boek Genesis in gang wordt gezet. En inderdaad, Adam en Eva kwamen in de lezing ook weer voorbij.

Girards opvatting dat het christendom sluitstuk en voleindiging zou zijn van een oorspronkelijk joodse inspiratie heeft wellicht de toestroom van geïnteresseerde joodse denkers tot de mimetische theorie aanvankelijk geen goed gedaan. Dit verschil is echter in de loop der tijd naar de achtergrond geweken. Binnen de Girardkring is in het verleden ruimschoots aandacht besteed aan joodse thema’s, zoals de ‘yetser hara’ (de kwade aandrift die getransformeerd zou kunnen worden tot een goede aandrift, de 'yetser tov') en ook ‘yom kippoer’ (grote verzoendag). Andersom zijn er joodse denkers die de mimetische theorie tot centrum van hun denken hebben gemaakt.

En ook dat kwam in de lezing en de responsen allemaal voorbij: ‘yom kippoer’, de aandrift of de ‘yetser’, en ook de naam van een joods denker als Sandor Goodhart, het werd allemaal met name genoemd. En daar kunnen we dan, bij dit alles, de naam van de op 7 november overleden Britse rabbijn Jonathan Sacks aan toevoegen. Michael Elias vertelde dat hij Jonathan Sacks had leren kennen tijdens het lezen van Dignity of Difference (2002) en zich af had gevraagd waarom deze de mimetische theorie van Girard niet noemde. Maar in wat misschien Sacks bekendste boek is, Not in God’s Name uit 2015, zou de mimetische rivaliteit expliciet aan de orde komen en onder andere ingezet worden bij de exegese van het verhaal van Jakob en Esau.

Uit de wijze waarop Sacks het denken van Girard in zijn werk heeft opgenomen spreekt een grote welwillendheid jegens diens denkgoed. Toch deed Marcel Poorthuis er goed aan een aantal accentueringen te noemen die in Sacks adoptatie van de mimetische theorie de aandacht vragen. Zo benadrukt Sacks dat ook de agressor een slachtoffersrol kan aannemen, zoals nazi-Duitsland zichzelf begreep als slachtoffer van joodse complotten. Na een wat bredere visie op de antropologische functies van het offer te hebben gegeven – Girard heeft eigenlijk alleen maar aandacht voor de wijze waarop offers geweld kanaliseren – boog Poorthuis zich over de boeken Genesis en Leviticus. Het is in het 16de hoofdstuk van Leviticus, dat de zondebok zelve optreedt. De zondebok is niet zomaar een metafoor. De zondebok, dat is het dier waarop de vroege joodse gemeenschap haar schulden en overtredingen ritueel overdroeg.

Ook ging Poorthuis uitgebreid in op de zogenaamde 'Akedah', het verhaal in Genesis 22 dat begint met de opdracht aan Abraham zijn zoon te offeren. Het is een omstreden verhaal dat, zo benadrukte Poorthuis, je helemaal ten einde moet lezen. Het is bij dit verhaal dat hij een citaat van Sacks inlastte: 'Daarom onderwerpt God bij het begin van de joodse geschiedenis Abraham en Sara aan deze beproevingen. Het lange wachten, de niet vervulde hoop en het vastbinden, zodat zij en hun nakomelingen nooit kinderen als vanzelfsprekend zouden beschouwen. Ieder kind is een wonder. Door een ouder te zijn komen we dicht bij God. Leven scheppen door een daad van liefde. Zelfs vandaag de dag is dit een les die de wereld nog niet heeft geleerd. Omwille van de mensheid moet de wereld die les leren, want de tragedie is enorm en de tijd dringt.'

Menno ten Brink, die het eerste exemplaar van de vertaling van het Genesis-boek van Sacks in ontvangst mocht nemen, maande het publiek vooral veel Sacks te blijven lezen. Speciaal aanbevolen werd Sacks laatste boek, het dit jaar verschenen Morality: Restoring the Common Good in Divided Times. Jonathan Sacks is een auteur met een diepe bezorgdheid voor de noden van onze tijd. Hij is iemand die probeert het buiten werking stellen van de herinnering aan de grote geestelijke reserves van onze cultuur, of zoals ter Brink het noemde – het outsourcen van de geest – vanuit de joodse traditie te keren.

De twee vertalingen die bij uitgeverij Skandalon zijn verschenen, zijn: Genesis. Boek van het begin en Leviticus. Boek van het heilige. De lezing is georganiseerd door een samenwerkingsverband van uitgeverij Skandalon, Stichting Girard Studiekring en de Studium Generale van de Tilburg University

 

← Girardlezingen

 

 
 

Slachtofferschap & de zondebok - vierde Girardlezing op 10 december 2020

Datum: 10 december 2020
Tijd: 15:00 - 17:00
Locatie: link voor de zoomsessie

 

Geweld dreigt als zelfbenoemde slachtoffers zondebokken gaan aanwijzen. Aan de hand van het werk van René Girard en rabbijn Jonathan Sacks spreekt Marcel Poorthuis, hoogleraar interreligieuze dialoog, hierover in de 4e Girardlezing.

 “Degenen die anderen de schuld geven en zichzelf als slachtoffer definiëren, zijn voorbestemd om slachtoffer te blijven. Degenen die verantwoordelijkheid aanvaarden, veranderen de wereld omdat ze hebben geleerd om zelf te veranderen” (Jonathan Sacks, 2020)

 

Het offer

Volgens de Frans-Amerikaanse denker René Girard (1923-2015) ligt geweld aan de oorsprong van de menselijke cultuur. De offercultus gaat terug op oorspronkelijk zondebokgeweld en beoogt dit geweld in te dammen. De Thora beschrijft de Joodse offercultus, die echter ook bekritiseerd wordt in de profeten. Die kritiek vindt volgens Girard zijn hoogtepunt in het evangelie van Jezus Christus, zowel in zijn prediking als in zijn lijden. Offers werken niet meer en zijn niet meer nodig, wel bekering. Dat in de theologie en de praktijk van de kerk (denk bijvoorbeeld aan de Kruistochten) de noodzaak van het offer vaak wel een centrale plaats innam, berust op een verkeerde interpretatie van het evangelie.

Hoop

Jonathan Sacks (1948-2020) was opperrabijn van Groot-Britannië, lid van het Britse Hogerhuis en auteur van vele bestsellers waaronder Niet in Gods naam. Ook zijn serie over de Thora – Verbond en dialoog, joodse lezing van de Thora –  waarvan het Exodus-boek eerder in het Nederlands is vertaald, heeft diepe indruk gemaakt. In december verschijnen bij uitgeverij Skandalon de vertalingen van het Genesis- en Leviticus-boek. In Niet in Gods naam bestrijdt hij de populaire visie dat religie de oorzaak is van geweld. Met verwijzing naar Girard benadrukt hij dat religie juist het een medicijn is tegen het geweld.  Tevens gebruikt hij Girards begrip van mimetische rivaliteit om de broedertwisten in het boek Genesis te analyseren en laat hij zien dat in hun samenhang gelezen deze ook een hoopvol perspectief bieden.

Weg uit polarisatie

Sacks maakt dus dankbaar gebruik van het werk van Girard. Maar zijn deze denkers het op alles met elkaar eens? Wat voegt de Thora-lezing van Sacks toe aan het werk van Girard? Het onderwerp van geweld en zondebokuitdrijving is bijzonder relevant in de huidige tijd van polarisatie. Beschuldigingen aan het adres van de ene groep gaan samen met het zich definiëren als slachtoffer. Welke weg wijzen Sacks en Girard om hieruit bevrijd te worden?

Programma

De Girardlezing zal worden verzorgd door prof. Marcel Poorthuis, hoogleraar in de dialoog tussen de godsdiensten aan de Faculteit Katholieke Theologie van Tilburg University. Dr. Michael Elias, taalkundige en oud-voorzitter van de Girard studiekring, zal als respondent optreden. Na de lezing zal de boekpresentatie plaatsvinden van de vertalingen van het Genesis- en Leviticus-boek.

De lezing is te volgen via een live verbinding.