Interview in dagblad Trouw met Michael Elias

Onder de titel “Rivaliteit is besmettelijk” verscheen op 10 mei in dagblad Trouw een interview met Michael Elias over het conflict in het Midden-Oosten. Sinds een paar jaar is Michael Elias bestuurslid van Nes Ammim, een christelijk dorp in Galilea waar gepoogd wordt de dialoog tussen joden, christenen en moslims zo goed mogelijk te faciliteren.

In het interview komen diverse onderwerpen aan bod die Michael Elias ook al had aangeroerd in de presentatie Slachtoffers van slachtoffers, die hij in mei 2010 voor de Girard Studiekring heeft gegeven. Zoals de manier waarop het weigeren partij te kiezen door de betrokkenen nauwelijks wordt geaccepteerd. In het interview in Trouw accentueert Elias opnieuw de rol die de taal speelt in de rivaliteit: “Je kiest al partij als je ‘scheidingsmuur’ zegt, of juist ‘verdedigingshek’.” Naast de strijd om de keuze  van woorden om bepaalde politiek-sociale gebeurtenissen te benoemen, bestaat er ook iets als een mimetische drang de terminologie van de rivaliserende partij toe te eigenen – zoals bijvoorbeeld gebeurt wanneer de Palestijnen spreken over hun eigen ‘holocaust’.

Ook als we het Midden-Oosten benaderen vanuit de geschiedenis zien we hoe relevant de inzichten van Girard in de aldaar spelende conflicten kan zijn. Vóór 1948 stonden de werelden van joden en arabieren zover uit elkaar dat van rivaliteit nog geen sprake kon zijn. Ten tijde van de Zesdaagse Oorlog ging het er nog om wie deze oorlog zou kunnen winnen. Nu gaat het er veel meer om wie zich ten aanzien van de media als slachtoffer kan voorstellen.

 

Symposium St. Johns College, Cambridge: Surviving our origins

Op het St. John College, University of Cambridge vindt eind mei een symposium plaats getiteld: Surviving our origins: Violence and the Sacred in evolutionary-historical time. Zoals het woord origin al suggereert, komen in dit symposium diverse darwinistische perspectieven aan de orde. Darwin is een van de weinige denkers/wetenschappers die – getuige zijn Les origines de la culture – door René Girard zeer bewonderd wordt.


Girards mimetische theorie richt zich steeds op de drempel van de menswording, een era waarin de mimetische rivaliteit een intensiteit kon bereiken waarmee ze hele gemeenschappen kon bedreigen met uitroeiing. Dit interne geweld werd volgens Girard gekanaliseerd in het zondebokmechanisme, een proces dat gepaard ging met de sacralisatie van het slachtoffer. De sacrale religie, die aan de oorsprong ligt van de hominisatie, is met andere woorden een bestaansvoorwaarde voor het hele “project mens”.


Naast de oerscène blijkt de mimetische theorie inzicht te verschaffen in het geweld in latere historische perioden, inclusief de moderniteit. Steeds wordt erkend dat Girards denken van toepassing is op een grote diversiteit aan verschijnselen: van kruistochten en pogroms tot de Dreyfus-affaire en de Holocaust, van de apocalyptiek in de Evangeliën en de mileucrisis tot godsdienstoorlogen, zelfmoordterrorisme en culturele botsingen in onze globaliserende wereld.


Als we het sacraal-religieuze ontgroeit denken te zijn – als het christendom en in het verlengde daarvan de Verlichting ons geholpen hebben de afleidingsmanoeuvres van het zondebokdenken te doorzien en daarmee ook inactief temaken, dan resteert de vraag: hebben we nog wel de middelen om onszelf te beschermen tegen ons eigen mimetische geweld?

Het symposium vindt plaats op vrijdag 27 en zaterdag 28 mei. Sprekers zijn onder andere: Douglas Hedley, Paul Dumouchel, Roberto Farneti, Wolfgang Palaver en Michael Kirwan.


Sacrifice - nieuwe uitgave René Girard

Onlangs is bij de Michigan State University Press de titel Sacrifice verschenen. Dit is de Engelse vertaling van een reeks lezingen die René Girard in 2002 gegeven heeft voor de Bibliothèque Nationale welke een jaar later in het Frans verscheen is als Le Sacrifice. In deze lezingen gaat Girard in op geschriften uit de Vedische traditie. Ook in deze geschriften treft Girard een tendens tot kritiek op het offer aan, een kritiek die – zoals steeds bij Girard – niet eenvoudigweg een kritiek is op het gewelddadige karakter ervan, maar die tevens een ondermijning van de geweldskanaliserende werking van het offer impliceert. Het scherpe contrast dat Girard soms kan aanleggen tussen de joods-christelijke religie enerzijds en sacrale religies anderzijds, komt in dit boek in een breder verband te staan vanuit een perspectief waarin meerdere tradities toegang hebben tot een geleidelijke ontrafeling van de méconaissance waarmee de oorspronkelijke sacralisatie van het slachtoffer gepaard is gegaan. Het boek is vertaald door Matthew Pattillo en David Dawson en is onder andere verkrijgbaar bij de MSUP en Amazon.

COV&R 2011

De COV&R-conferentie 2011 is voor de eerste keer in handen van de Italianen. Al eerder hebben we bericht dat de mimetische theorie in Italië een veel bredere bekendheid geniet dan in Nederland, waarmee een Italiaanse COV&R echt op zijn plaats is. De conferentie, georganiseerd door de Universiteit van Messina, zal plaatsvinden van 15-18 juni 2011 op de Aeolische eilanden – kleine eilandjes in de Middellandse zee (zoals Elba of Lampedusa).

Politieke geschiedenis en mimetische theorie zullen elkaar in deze conferentie wederom, ja, verhevigd ontmoeten:  centraal in deze COV&R staan vraagstukken over orde en chaos. Het boek waar alle aandacht naar zal uitgaan is René Girards laatsteling Achever Clausewitz, een boek dat zoals Girard zelf in zijn voorwoord aangeeft een apocalyptische strekking heeft, en waarin de conditie van het westerse bestel teruggetraceerd wordt tot de Napoleontische oorlogen en verder. De officiële titel van de COV&R is Disorder/Order in History and Politics.

Eén van de vier subthema’s draagt de titel: The Mediterranean Sea: What Are We Doing in Here? De Mediterraanse regio in het algemeen en Sicilië in het bijzonder is in de politieke geschiedenis steeds een belangrijk speelveld geweest. En nog steeds, zo zien we vandaag de dag – met Tripoli hemelsbreed op slechts een paar honderd kilometer afstand.

Inschrijven is mogelijk op de COV&R 2011 website.


Eolische eilanden

Joachim Duyndam over empathie in Filosofie Magazine

Empathie, spiegelneuronen, mimese – om deze thema’s draait het in het interview, dat onder de titel Inleving kan ook tot conflicten leiden in het maartnummer van Filosofie Magazine aan Joachim Duyndam is afgenomen. “Empathie” is een woord dat meestal warme gevoelens opwekt, onder andere omdat het de Ander in ons gevoelsleven betrekt en daarmee contrasteert met een al te kille, monadische mensvisie. Woorden als “empathie” en “sympathie” staan heel dicht bij elkaar. Maar is empathie wel een zo vrede- en harmonie-begunstigend verschijnsel?

De slogan op de cover van Filosofie Magazine leest: “Egoïsme is uit, empathie is in, maar maakt ons dat betere mensen?” Duyndam situeert empathie als een verschijnsel dat haar goede en slechte kanten heeft. In ieder geval geldt dat empathie bestáát en een veel belangrijkere rol  speelt in onze sociaal-psychische huishouding dan wij plegen te denken. Empathie – we kunnen er wetenschappelijk niet meer om heen: met de ontdekking van de spiegelneuronen midden jaren 90 door de Italiaanse onderzoekers Giacomo Rizzolatti, Leonardo Fogassi en Vittorio Gallese, schrijft ook de neurobiologie zich in als een wetenschap die meehelpt het beeld van de intermenselijke communicatie uit haar rationalistische vooringenomenheden te decentreren. Met deze vernieuwde aandacht vanuit een wetenschappelijk hoek boet de notie "empathie" behoorlijk in op de vanzelfsprekende glans of warmte die het woord altijd heeft opgeroepen.

“Ons natuurlijke inlevingsvermogen is op zichzelf moreel neutraal,” zegt Duyndam. “Het kan leiden tot medeleven, berip, mildheid, tolerantie enzovoort. Maar het empathische vermogen dat in onze neuronen weerspiegeld wordt, heeft ook minder mooie kanten. Want als we kunnen voelen wat een ander voelt, kunnen we ook begeren wat een ander begeert, met alle gevolgen van dien.” Juist in de empathie schuilt het gevaar van mimetische rivaliteit – Duyndam geeft daarbij een fraai voorbeeld aan de hand van kinderlijk gedrag: “Een vriend van me was met zijn kinderen, een tweeling op vakantie in Vlieland. Ze liepen over een enorm zandstrand met overal zandheuveltjes. Plots rent een van die meisjes naar een zandheuvel en zegt: ‘Deze is van mij.’ Waarop het andere kind naar precies dezelfde heuvel rent en zegt: ‘nee, van mij.’ Terwijl er dus overal zandheuveltjes waren, kregen ze ruzie om dat ene heuveltje. Dat is nu een typisch mimetisch conflict.” Schaarste, om hier een economisch begrip ten tonele te voeren, speelt in écht mimetische conflicten geen enkele rol.

Aan het eind van het interview raken de accenten die Joachim Duyndam op zijn benadering van de mimetische theorie wil leggen meer omlijnd. Graag bewaart hij, zoals het een hoogleraar aan de Universiteit voor Humanistiek ook betaamt, de nodige afstand tot de soms zeer christelijke tendenzen die vanuit het Girdiaanse denken kunnen opkomen. Daarnaast neemt hij de moeite de mogelijkheid van “goede mimese” te benadrukken, zoals bijvoorbeeld in de hermeneutische omgang met moderne voorbeeldfiguren als Nelson Mandela – een thema waarover Duyndam najaar 2010 nog een presentatie voor de studiekring heeft gegeven.

Empathie was ook het hoofdthema van de lezing waarmee Joachim Duyndam in oktober 2010 aan het Centrum voor Wetenschap en Levensbeschouwing van de Universiteit van Tilburg de spits afbeet in een cyclus The economic Agent 2.0. Towards a general account of human intersubjectivity is de titel van de slotlezing die werd gegeven door de hierboven al genoemde Vittorio Gallese.