2010-03 Thijs Launspach

Zondebokken zoeken in Culemborg

De ophef over de Culemborgse wijk Terweijde zal niemand zijn ontgaan. Er was al tijden sprake van ruzies tussen twee groepen jongeren (in de media ging het over een Marokkaanse groep en een Molukse groep, of, eufemistischer, Marokkaanse Nederlanders en Molukse Nederlanders). Er waren vechtpartijen en er werden auto's in brand gestoken. Het dieptepunt kwam toen er een noodbevel van kracht werd en de wijk werd afgesloten door de ME. Een auto had zich in een woonhuis geboord. Resultaat: drie gewonden, waaronder een meisje van 15 jaar oud die onder meer een scheurtje in haar schedel opliep.

De pers was volop in de wijk aanwezig. Zo stond er bij het huis van het meisje een journalist van het televisieprogramma Nova te vox-poppen (u weet wel, nietsvermoedende voorbijgangers een onoverdachte mening vragen). Toen de vader van het meisje thuiskwam van het ziekenhuisbezoek aan zijn dochter, greep de journalist zijn kans. Hij besprong de man als een tijger zijn prooi en onderwierp hem aan een kruisverhoor.

Wat de man ervan vond dat zijn dochter in het ziekenhuis lag? Wat zijn mening was over de onrust in de wijk? Toen de zichtbaar aangeslagen vader iets mompelde over 'bepaalde groepen' in de buurt, dacht de journalist dat hij beet had. Hij stelde een reeks vragen over de nationaliteit van deze groepen. In gedachte kreeg hij al de hem beloofde bonuspunten van de NOS, als hij die vader de Marokkanen de schuld kon laten geven. De man barstte in snikken uit. De camera volgde zijn tranen. Het had iets ontwapenends, hetgeen de gehaaidheid van de journalist nog eens benadrukte. De man zag een mogelijkheid om het publieke oog te ontglippen en vluchtte zijn huis binnen.

Volgens mij is dit kenmerkend: de manier waarop de media op zoek zijn naar zondebokken – Girard pur sang. Het mag duidelijk zijn dat hier sprake is van kwalijke, gewelddadige groepsdruk die jongeren drijft tot het plegen van wandaden. Als een groepsdynamiek zulke vormen aanneemt is dat verschrikkelijk en afkeurenswaardig en moet er iets aan gedaan worden. Echter, het is nogal naïef om te geloven dat er sprake is van een afwijking die inherent is aan een bepaalde bevolkingsgroep. Even dwaas is het om te denken dat het noemen van deze achtergrond iets positiefs als gevolg kan hebben. Daders van de delicten zijn de jongeren en hun groepscultuur, en niet hun nationaliteit of achtergrond.

Bovenbeschreven wijze van verslaggeving is exemplarisch voor de tendens die op het moment in Nederland waar te nemen is. Met de opkomst van Wilders is de manier van spreken veranderd: het wordt meer en meer sociaal geaccepteerd om het over bevolkingsgroepen te hebben in plaats van over individuen. De media spelen hier, wellicht onbewust, of anders doelbewust (kijkcijfers!), een grote rol in. De instituties die we vertrouwen om onze ogen en oren in de verte te zijn, fluisteren ons op deze manier bijbetekenissen in, tot we die opnemen in onze denkwijze. En we weten wat dat tot gevolg kan hebben...

Thijs Launspach