Wiel Eggen over de religie van de Ewe

In de Mimetische Theorie wordt de zogenaamde méconaissance vaak scherp aangezet. Onder méconaissance  verstaan we de gedachte dat het zondebokmechanisme juist kan werken doordat de mimetische fenomenen die daaraan ten grondslag liggen niet worden doorzien door de gemeenschappen die het geweldsbeteugelende heil ervan ontvangen. René Girard lokaliseert enerzijds het definitieve te boven komen van deze “miskenning” exclusief in de Joods-christelijke traditie, maar laat anderzijds ook de gedachte toe dat er in allerlei culturele momenten sprake kan zijn van een vergelijkbare intuïtie – met als bekendste voorbeeld wellicht de Griekse tragedie.

Vanuit de antropologie kunnen bij dit contrast, volgens Wiel Eggen, de nodige vraagtekens worden gezet.  Onlangs is een vroeger artikel van zijn hand (Mawu does not kill: On Ewe kinship-focused religion) op de website geplaatst. Over dit artikel zegt Wiel: “Een van de eerste Afrikaanse godsdiensten die tot op zekere hoogte tot in detail is bestudeerd – in de 19de eeuw, door Duitse missionarissen – is die van de Ewe in het tegenwoordige Ghana. Deze vroege studies zijn enerzijds ideologisch beladen, doordat men dacht vanuit een oorspronkelijk monotheïsme dat overwoekerd zou zijn door allerlei vormen van bijgeloof. Daarnaast hadden de vroege onderzoekers ook geen oog voor de eigenschappen van de taal van de Ewe.”

In de ogen van Wiel Eggen komt deze beweging, dit ontstijgen aan de méconaissance, óók voor in zogenaamde archaïsche culturen: “Het lijkt erop alsof er in de Mimetische Theorie een soort dogma bestaat dat ons belet in te zien dat, ook in relgieën waar het monotheïstische schema afwezig is, de sacrificiële leugen onder verdenking kan staan. Het kiezen vóór het slachtoffer zou weleens breder verbreid zijn kunnen zijn.”